uitgebreide teekenkunst, door negentig (en zeven vrouwelijke); in afdeeling C, voor ornament, door tien; in afdeeling D, voor boet seerkunst door zeventien en in afdeeling Evoor bouwkunde met de daarbij beboerende vakken, door honderd dertig leerlingen. Het getal leerlingen, dat de lessen in twee verschillende Afdee- lingen bijwoont, is twee en zeventig. De afzonderlijke cursus voor vrouwelijke leerlingen bestond van 1 October 1874 tot uit". Maart 1875 uit vier en veertig meisjes, en van April tot October uit drie en veertig leerlingen. De cursus voor het middelbaar onderwijs werd van October tot Maart gevolgd door negen mannelijke en vijf vrouwehjke, en van April tot October door dertien mannelijke en zes vrouwehjke leer lingen. De gemeentelijke subsidie werd van 1 Januarij 1875 af ver hoogd met ƒ50, en dus op ƒ6150 gebragt. De inkomsten in het academie-jaar 18741875 bedroegen ƒ11,333.38, waarvan ƒ7875 aan het onderwijs werd ten koste gelegd. Het batig saldo, dat over het jaar 1873—1874 ƒ331.88 bedroeg, daalde met het jaar 1874—1875 tot ƒ29.131. Volgens de bepaling van art. 9 van het Reglement moesten als leden van den Raad van bestuur met 1 October aftreden de heeren Vosmaeb, de Jonge, Metzelaar, de Sieurs en de Wijs. Slechts de drie laatstgenoemden stelden zich verkiesbaar, terwijl ook de heer van deb Duijn zijn ontslag verzocht had. In de plaats van de heeren Vosmaeb, de Jonge en van der Duijn werden den 27sten September gekozen de heeren Mr. C. A. van der Kemp, Mr. C. E. J. Graaf van Bylandt en B. Reindebs. De heer van Bylandt werd verhinderd de benoeming aan te nemen, en daar intusschen de heeren Bosboom en Metzelaar hun verlangen hadden te kennen gegeven om als bestuursleden af te treden, moest weder in drie vacatures worden voorzien, en werden, den 5den October, tot bestuursleden gekozen de heeren Dr. L. R. Beunen, II. F. 0. ten Kate en J. G. Vogel. Daarop namen de heeren des Tombe, de Steurs, de Wijs, Sluiter, van der Kemp en Reindebs hun ontslag, en legde ook de heer Vogel zijn lidmaatschap neder. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 293