r. ter voldoening aan art. 9 der organieke verordening ge kozen tot Voorzitter de heer van Meerbeke, tot onder voorzitter de heer Obreen en tot Secretaris de heer Star Numan; naar aanleiding van art. 10in verband met art. 2 der overgangsbepalingen der verordening, de rooster van af treding door het lot bepaald als volgt: de heeren van Meerbeke, Obreeen en de Pinto treden af 1 October 1877; de heeren Star Nvman en Tak van Poortvliet treden af 1 October 1880. 6 October 1874de hun opgedragen betrekking niet aanvaardden, werden achtereenvolgens in dezelfde zittingen verkozen de heeren Mr. A. A. de Pinto en Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, die zich even als de heeren van Meerbeke, Obreen en Star Numan, de benoeming lieten welgevallen. Het nu voltallig collegie werd den 13den October 1874in eene bijeenkomst ten Raadhuize gehouden, door den Ed. Achtb. heer Burgemeester geïnstalleerd. In eene buitengewone vergade ring van 20 October werden De gewone maandvergaderingenvolgens art. 1 van het regle ment van orde, werden geregeld gehouden, en behalve deze, nog 5 buitengewone bijeenkomsten. Nadat de conrector en de overige leeraren den 24sten October door den rector aan curato ren waren voorgesteld, werd het Gymnasium zoo trouw moge lijk bezocht door de maand-commissarissen en door hen het toezigt uitgeoefend volgens art. 17 der organieke verordening, in verband met art. 9 reglement van orde. De daarbij verlangde inlichtingen over den gang van het onderwijs, de vorderingen en het gedrag der leerlingen werden hun door den rector en het verder onderwijzend personeel steeds met de meeste bereid vaardigheid verstrekt en meermalen mogten zij zich overtuigen, dat de leeraren aan onze instelling van voorbereidend hooger onderwijs hunne belangrijke en moeijelijke taak met volle toe wijding ter harte nemen. 2’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 305