i
L.
leeraren in de nieuwe vreemde talen aan het Gymnasium, ieder
hunner onder verpligting om, des gevorderd, twaalf uren
’sweeks onderwijs aan die instelling te geven; 2°. tot vaststel
ling hunner bezoldiging op 1600 ’sjaars.
De Raad meende zich met ons advies niet te moeten ver-
eenigen, maar besloot in de zitting van 9 Maart jl. in over
eenstemming met het voorstel van Heeren Burgemeester en
Wethouders tot de aanstelling van drie leeraren in de nieuwe
vreemde talen aan het Gymnasium op eene jaarwedde van
1200. Sollicitanten voor deze betrekkingen werden in het
openbaar opgeroepen. Onder hendie zich aanmelddenwaren
er zeven in het bezit van actenbedoeld bij art. 77 der wet op
het Middelbaar Onderwijs. De meeste van die sollicitanten ver
langden echter slechts voorwaardelijk in aanmerking te komen,
namelijk, in geval hun het uitzigt kon worden geopend om
de jaarwedden, aan twee betrekkingen verbonden, te cumule
ren, hetzij doordien hun het onderwijs in twee vakken aan het
Gymnasium zoude worden opgedragen, hetzij doordien zij deels
aan de Hoogere Burgerschool en deels aan het Gymnasium zou
den werkzaam zijn. Van eene andere zijde hadden wij het
leedwezen de leeraren, die tot nu toe belast waren met het
onderwijs in de nieuwe vreemde talen aan onze instellingniet
onder de sollicitanten te zien opkomen, zoodat wij bij onze aan
beveling ingevolge art. 20 der organieke verordeningop hen
het oog niet konden vestigen.
Dan, hoe beperkt het getal van degenen was, tusschen wie
wij hadden te kiezenwij kunnen betuigendat wij met ver
trouwen aan UEdel Achtbaren in de eerste plaats hebben aan
bevolen de heeren:
J. E. Gacon onderwijzer te ’s Gravenhageals leeraar in de
Fransche taal en letterkunde.
P. A. Schwippebt, tijdelijk leeraar aan de Hoogere Burger
school te ’s Gravenhageals leeraar in de Hoogduitsche taal en
letterkunde.
Jhr. B. L. Teding van Berkhout, leeraar aan de Hoogere
Burgerschool te Dordrecht, als leeraar in de Engelsche taal en
letterkunde.