f I Bijlage DD. zoover die gedurende één jaar in b. c. Art. 3. VOORWAARDEN voor de exploitatie van den Koninklijken Hollandschen Schouwburg te ’s Gravenhage. Art. 2. De directeur heeft het gebruik: <t. en Augustus hebben geen voor- Art. 1. De directie van den Koninklijken Hollandschen Schouwburg te ’s Graven hage wordt opgedragen aan N. N. voor het tijdvak aanvangende 1 September 1876 en eindigende 31 Mei 1879. In de maanden JunijJulij stellingen? plaats. De directeur kan telken jare de directie met den eerstvol- genden Isten Mei doen eindigen, mits hij daarvan schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders berigt geve vóór of op 31 December. van het locaal van den Schouwburgen wel van de tooneelzaal en de daarbij behoorende kamers, als: kleed kamers, koffijkamer, waarvan echter de exploitatie door Burgemeester en Wethouders wordt verpacht, regisseurs- kamer, gangen en voorhuis; van de decoratiën, voor gebruik zijn geweest; van het magazijn van wapenenmeubelenaccessoires muziek enz. De bij art. 2 genoemde localen en voorwerpen staan ter beschikking van den directeu*- op eiken dag, waarop zijn gezelschap speelt of de vergunning van art. 10, 1ste lid, is Verleend, van ’snamiddags vier uren af.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 321