r>
T)
Art. 10.
- 0.75
- 0.60
- 0.40
Art. 14. Gedurende de week vóór Paschen en op algemeen
erkende Christelijke feestdagen mogen geen voorstellingen wor
den gegeven.
In tijden van openbaren rouw of bij onvoorziene gebeurtenissen
behouden Burgemeester en Wethouders zich de bevoegdheid
Art. 9. De directeur is vrij in de regeling der entreeprijzen,
mits die in geen enkel geval beneden de volgende minima dalen:
voor den eersten rang en de stalles
het parquet en de baignoires
het parterre en den tweeden rang
den derden rang
Zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders
mogen geen vreemde of andere tooneelgezelschappen optreden
op de aan den directeur toegekende avonden.
Wederkeerig verbinden zich Burgemeester en Wethouders
dat op andere dagentusschen 1 October en 30 Aprilgeen
ander Hollandsch tooneelgezelschap in den Schouwburg voor
stellingen zal geven.
Art. 11. De voorstellingen mogen niet na half twaalf ure
eindigen. Ingeval van overtreding dezer bepaling verbeurt de
directeur eene boete van f 10.
Art. 12. Ter beschikking van Z. M. den Koning en de
Koninklijke Hofhouding blijven aangewezen de Koninklijke loge,
de groote loge daarnaast voor de hofhouding en de loge grillée
onder de Koninklijke loge.
Art. 13. Bij elke voorstelling, van wege den directeur of
krachtens de bij art. 10, 1ste lid bedoelde vergunning gegeven,
zijn beschikbaar
drie stalles n". en voor de leden der bij art. 8 be
doelde commissiepersoonlijk
twee stalles n°. en voor den commissaris van politie en
den officier der militaire wacht persoonlijk
twaalf plaatsen op den tweeden rangbestemd voor acht
leden van de verschillende wijkbesturen en vier leden Van het
brandbestuur.