Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van ’s Gravenhageden 15 October 1875. De Burgemeester, F. G. A. Gevers Deynoot. De Secretaris, W. Six. voor om het tooneel voor korteren of langeren tijd te sluiten zonder daardoor gehouden te zijn tot eenige vergoeding of schadeloosstelling aan den directeur. Art. 15. Behalve de boete, in art. 11 bedoeld, verbeurt de directeur de volgende boeten, te weten: van f 100, zoo dikwijls hij in strijd handelt met art. 10, le lid van f 25 voor elke overtreding van eene der beide slotbe palingen van art. 8. Is de directeur tusschen 1 October en 30 April driemalen beboet wegens overtreding der bepalingen van artt. 8 of 10, dan zijn Burgemeester en Wethouders ten allen tijde bevoegd hem het contract optezeggen met 1 Mei daaraanvolgende. Indien hij op 15 October nog niet met zijne voorstellingen is aangevangen, of in dien hij tusschen 15 October en 30 April veertien dagen zonder voorstellingen laat voorbijgaanwordt dit contract als vervallen beschouwd. Opzegging of vervallenverklaring geschiedt bij aanschrijving van Burgemeester en Wethouders. Art. 16. De directeur stort, bij de aanvaarding der directie, ten kantore van den Gemeente-Ontvanger eene som van f 500 als borgtogt voor de betaling der hem op te leggen boeten. Hij vult die som aan tot het genoemde bedrag, zoo dikwijls hij daartoe door Burgemeester en Wethouders wordt aangeschreven. Art. 17. Ontstaat er verschil over de uitlegging van dit contract dan onderwerpt de directeur zich aan de beslissing van Burgemeester en Wethouders. Art. 18. Ten laste van den directeur komen alle kosten der akte, die in duplo wordt opgemaakt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 325