De vier overige zijn als vrijboeren gevestigd en veroorzaken
alzoo aan het Armbestuur geene kosten. Daarenboven werden
nog voor zijne rekening in die stichting verpleegd, twee bij
hunne kinderen inwonende bejaarde personenalsmede vier kin
deren, waarvan sedert een in eene betrekking is geplaatst te
Steenwijk.
Tevens zag het Armbestuur zich op voorstel van Commissa
rissen der Maatschappij verpligt, om de toelagen ten behoeve
der drie in vorige verslagen genoemde gezinnen voort te zetten,
welke ondersteuningen echter bij minder invaliditeit der ouders
of meerdere werkvatbaarheid der tot het gezin behoorende kin
deren, van tijd tot tijd verminderd worden.
Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd in 1875
aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald 790.22 5 tegen
over ƒ818.34 in 1874.
Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft
op het verleenen van geneeskundigen onderstand, zij herinnerd,
dat aan den heer Dr. H. T. van Peaag Heitmans, bij Raads
besluit van 23 February 1875, op zijn verzoek eervol ontslag
werd verleend als Gemeenteverloskundige; terwijl door den Raad
bij zijn besluit van 23 Maart daaraanvolgende in die vacature
werd voorzien door de benoeming van Dr. D. L. van Wely,
een en ander met ingang van 1 April 1875.
Met opzigt tot verdere bijzonderheden, betreffende de ver
strekking van onderstand, vestigt het Burgerlijk Armbestuur
verder de aandacht op den hier volgenden staat:
L