1 I 29 1 gensstraat en aan den Stationswegmet welk belang rijk werk men ter uitvoering geheel gereed was, toen het opgehouden werd door een verschil over erfschei- dingwaaromtrent vooraf zekerheid moest bestaan. De voor dat werk bestemde gelden zullen op 1876 moeten worden overgebragt. 4°. Waterleidingen. De aanleg der duinwaterleiding is als voltooid te beschouwenomtrent den ailoop van dat gewigtig werk geeft de Directeur een kort verslag, dat wij als vervolg op de voorgaande hierachter voegen als Bij lage N en waarop wij doen volgen de Beschrijving van de duinwaterleiding van ’s Gravenhagedie door den Inge nieur voor den aanleg, den Heer J. Waldorp, bij het eindigen zijner werkzaamheden is ingeleverd met al de daarbij behoorende teekeningen. Bij die beschrijving was gevoegd eene verzameling der hoofdteekeningen in klein formaat, welk werk zóó zeer uitmunt, ook van wege de behandeling, dat wij hebben meenen te moeten toegeven aan het verzoek, om het in te zenden voor de tentoonstelling te Phila delphia. Het is hier de plaats, om den Heer Waldorp hulde te brengen voor het opgeleverde werk der duinwater leiding, dat zoo wel in ontwerp als in uitvoering alle lof verdient en daarom eene blijvende herinnering is aan de goede dienstendoor dien bekwamen Ingenieur en door de Heeren Th. Stang en L. A. Brouwer, die onder hem werkzaam waren, aan de Gemeente bewezen. De Directeur der duinwaterleiding gaf over het jaar 1875 het als Bijlage O hierachter gevoegde verslag over de exploitatiewaarin eerst omtrent den toestand i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 35