Bijlage OO. VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken nopens den slaat van handel nijverheid en scheepvaart in de Gemeente 's Gravenhage, over het jaar 1875. Het afgeloopen jaar was, wat deze Gemeente betreft, voor den handel en de nijverheid, in het algemeen, niet ongunstig. Zij hadden ruimte van geld beschikbaar, tegen een niet hoogen rentekoers. Van groote rampen bleven zij bevrijd. Op het gebied der algemeene wetgeving was, in betrekking tot handel en nijverheidgrooter werkzaamheid en vrij wat meer resultaat merkbaar dan in een aantal voorafgaande jaren te zamen genomen. Wetten kwamen tot stand: tot regeling van de dienst en het gebruik der spoorwegen; tot regeling van het toezigt bij het oprigten van inrigtingenwelke gevaarschade of hinder kunnen veroorzaken; tot afschaffing van het vuur-, ton- en baken geld en nadere regeling der meting van zeeschepen; tot nadere lijdelijke voorziening omtrent het Nederlandsche muntwezen, waarbij het gouden tienguldenstuk als standpenning nevens de zilveren werd aangenomenen tot aanleg van «enige Staatsspoorwegen. Bij Koninklijke besluiten werden vastgesteld: reglementen voor de dienst op de spoorwegen en van den Rijks-lelegraaf. Bij laatst genoemd reglement werden kaarttelegrammen ingevoerd, en het tarief voor een berigt van hoogstens tien woorden bepaald op twintig cents, of 2/3 der kosten van een gewoon berigt. Wel I. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. ■ft

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 368