43 de ligging staan; de voor onze Gemeente zoo moeijelijk te ver krijgen waterverversching kon door de maatregelen waarop wij in het vorig Verslag doelden, weinig ver meerderd worden en daarom is het raadzaam, te trachten van de bestaande zooveel mogelijk partij te trekken. Met dat doel heeft de Raad ook bewilligd in het ver kenen eener bijdrage van 1000 in de kosten van het uitdiepen der Loosduinsche vaart, in de verwach ting dat daardoor althans de afvoer van water ver beteren zal. c. Algemeene toestand van gotenriolensekreten urinoirs en van openbare gebouwen, zoo als scholen, gestichten, slaapsteden, kerken enz. Hieromtrent hebben wij alleen mede te deelen dat, hoewel de Raad daartoe niet bepaaldelijk in beginsel heeft besloten, toch met de toepassing van het ton nenstelsel werd voortgegaan, waartoe de gelden, die voor een proef met dat stelsel bifde begrooting waren toegestaan, eene zeer geschikte aanleiding gaven. De toestand van secreten en riolen werd daardoor na tuurlijk verbeterd en wij beijveren ons met die toe passing voort te gaan op die plaatsen, waar de eige naars zich daartoe genegen verklaren en gunstig is voor het vervoer der tonnen. Bijzondere maatregelen tot verdere verbetering van de bovenvermelde toestanden werden niet genomen en waren ook minder dringend noodigomdatvoort gaande met het vroeger ingevoerde, voorloopig door verandering geen verbetering zou verkregen worden. De invloed toch der waterleiding, van welke meer en meer gebruik wordt gemaakt en die van lieverlede algemeen wordtkan niet anders dan gunstig zijn het nut der openbare reiniging, waarvoor de Gemeente

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 49