(i8 u Ten behoeve dier scholen werden noch van het Rijk of de Provincie noch van particulieren subsidiën ont vangen. De Gemeente voorzag in al de behoeften tegenover welke uitgave alleen stonden de schoolgel den, die op de scholen voor minvermogenden en op de burgerscholen werden geheven. De bijzonderheden van het lager onderwijs in deze Gemeente zijn door de Plaatselijke Schoolcommissie vermeld in haar jaarlijksch verslag, dat als bijlage W hierachter is gevoegd. In de eerste plaats ontleenen w’ij daaruit de herinneringdat die Commissie in haar midden mist den Heer Mr. F. de Greve, door wien gedurende een tal van jaren het voorzitterschap werd waargenomen. Men heeft zijn verzoek om voor herbe noeming niet meer in aanmerking te komen moeten eerbiedigenmaar de Raad heeft toch met groot leed wezen den hoogst achtbaren man eene plaats zien verlaten, waarvoor hij zooveel uitnemende geschikt heid bezat en waarin hij in het belang der Gemeente steeds met zooveel ijver en liefde werkzaam was. In zijne plaats is als voorzitter opgetreden de Heer Mr. E. G. P. Gertsen en als lid benoemd de Heer Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt. Verder mogen wij grootendeels verwijzen naar het aangehaalde verslag. In zooverre in dat verslag nog wordt geklaagd over onvoldoende ruimte op de open bare scholen, doet het ons genoegen, dat de achtste armenschool alhier in den loop van 1876 zal voltooid zijn en even als de derde school voor meer uitgebreid lager onderwijs spoedig kan worden in gebruik genomen. Voor het bouwen dier armenschool werd een terrein aangekocht in de Hemsterhuisstraatterwijl een ge deelte van de kweekerij der Gemeente aan de Schelp- sloot werd aangewezen voor de school voor meer uit- j'”.-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1875 | | pagina 74