110
volge van gedurige uitbreiding der Gemeente en van
groote toeneming der bevolking.
In het verslag van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken is thans opgenomen eene lijst der vergun
ningen die in het afgeloopen jaar door het Gemeente
bestuur werden verleend of geweigerd volgens de wet
van 2 Junij 1875 (Staatsblad n°. 95).
Het aantal der aanvragen bedroeg 64, waarvan 58
onvoorwaardelijk en 1 voorwaardelijk werden toege
staan en 5 afgewezen.
Onder letter a wordt de toestand der verschillende
inrigtingen van fabrieksnijverheid nagegaan, onder
letter b wordt de ambachtsnijverheid in onze Gemeente
besproken. De opgaven omtrent dit laatste punt zijn
echter nog zeer onvolledig. Langzamerhand zal naar
wij hopen verbetering hierin komen, naar mate het
nut dezer statistieke opgaven meer algemeen zal wor
den erkend.
Van de inrigtingen in het belang der werklieden
wordt gehandeld onder letter c van bovengenoemd
verslag. Daarin wordt met ingenomenheid melding
gemaakt van de Leesinrigting voor den ambachtsman.
De leden toonden door een druk bezoek een rustig
uurtje in den avond aan lectuur of gezellige bijeen
komst gewijd lief te hebben na een drukken arbeid
overdag; de prijzenswaardige maatregel van het be
stuur om geen sterken drank te laten verkoopen
werkte voorzeker mede om den goeden toon onder
de leden te bewaren.
Omtrent de Nederlandsche Nationale Vereeniging van
werklieden luiden de berigten ook gunstig; de veree
niging besloot tot het aangaan eener geldleening om
op een terrein aan de Hoefkade arbeiderswoningen te
bouwen; van deze leening ad f 120,000, verdeeld in