113 c. Scheepvaart langs de rivieren, vaarten en kanalen. facturen en mode-artikelen wordt medegedeeld dat de buitenlandsche concurrentie voortdurend toeneemt, zoo zelfs dat naar men meent daaraan op den duur geen weerstand zal kunnen geboden worden en dit vak met ondergang wordt bedreigd. Hoofdstuk II. lett. b van meergemeld verslag bevat een staat van in- en uitgevoerde handelsartikelen. Doorvoer heeft niet plaats gehad. Wij deelen hier de gewone statistieke opgaven mede. In het einde van 1876 behoorden in deze Gemeente te huis 65 vaartuigen, metende boven de 10 scheeps- tonnen, zijnde 3 schepen minder dan in 1875. De gezamenlijke tonneninhoud bedroeg 1846 tegen 1960 in het vorig jaar. Van deze schepen waren 20 van Scheveningen en 45 van 'sGravenhage. Die van Scheveningen varen tijdens de steurharing- visscherij bijna uitsluitend op België en voeren van daar nu en dan gietaarde voor de ijzergieterijen, gra nen en matten stoelen aan; enkele schepen dienen als vletvaartuigen tusschen ScheveningenRotterdam en Vlaar dingen. Van de 45 vaartuigen te 'sGravenhage zijn: 5 in gebruik bij het fabriekwezen, 6 zijn bewoonde liggers, 2 dienen als liggers voor ammoniakwater, 1 voor houtskool. 2 tot berging van kool. b. Buitenlandsche handel. 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 119