14.
•rd
'ai
hoofd eene tamelijk goede voorziening voor gewone huiselijke
doeleinden van water plaats heeft, dat deze hoeveelheid tot
80 liter klimt, wanneer het verbruik tevens voor industriëele
en andere doeleinden wordt toegelaten.
In eene gemeente als Gravenhagewaar het verbruik tot
industrieële doeleinden nimmer zoo belangrijk zal worden als
in de fabriekstedenmag de laatstgenoemde hoeveelheid van
80 liter ook wanneer van tijd tot tijd water voor het doorspoelen
der rioolen moet worden gebezigd, als een maximum worden
beschouwd.
Rekent men daarbij op eene bevolking van 150,000 zielen,
dan verkrijgt men eene hoeveelheid van 0.080 x 150000
12 000 M’ per etmaal, die voor deze gemeente als een
maximum is te beschouwen.
Bovenstaande wijze van berekenen wordt gewoonlijk toegepast
bij het vaststellen der grondslagenwaarnaar eene watervoor
ziening moet worden ontworpen voor eene gemeente, waar
zulke inrichtingen niet bestonden en waar dus geene gegevens
voorhanden zijn.
Zoo men gebruik wil maken van de gegevensdie de
exploitatie in den Haag aan de hand heeft gedaan, dan wordt
die berekening anders.
Op bladz. 2 is aangetoond dat het dagelijksch verbruik in
het eerste exploitatiejaar 234 liters bedroeg per perceel, dat
in genot was van duinwater.
De grootste verbruikers, het station van den Hollandschen
ijzeren spoor en de kazernen waren toen reeds aangesloten.
Later zijn de Landsgebouwenhet station van den Rhijnspoor
benevens de Brood- en meelfabriek bijgekomen, zoodat het ge
middeld verbruik per perceel tegenwoordig 250 liter per dag
bedraagt. Daar zulke groote verbruikers als de bovengenoemde
onder de bestaande omstandigheden niet meer te verwachten
zijn, zal de laatstgenoemde hoeveelheid van 250 liter per dag
en per perceel weder verminderen bij de toeneming van het
aantal particuliere verbruikers.
Houdt men echter om ruim te rekenen dit cijfer aanen
rekent men in deze gemeente met 150 000 zielen 37 500 per