p
I
14.
stand waarop het in de panden kan worden gebracht, terwijl
de twee laatste kolommendie uit de eerste berekend zijn
bevatten de breedte van de strook duin, waarop de kanalen
werken en de hoeveelheid water, die daaruit jaarlijks kan op
gezameld worden.
Deze hoeveelheid komt overeen met een gemiddeld dage-
lijksch verbruik van 9700 M" of ongeveer het zesvoudig van
het verbruik van het dienstjaar 187576.
De bovenstaande berekening is als laag te beschouwen, om
dat in de eerste plaats de gemiddelde terreinhoogte op 100
meters afstand uit de kanalen belangrijk stijgt en de werking
der kanaalpanden zich dus over een breedere strook doet ge
voelen dan in de kolom 5 opgegeven.
In de tweede plaats zal het verlies door verdamping zich
veel minder doen gevoelen naarmate het waterpeil in het zand
zakt en dus minder blootgesteld wordt aan den invloed van
de buitenlucht.
Hoe dit ook zij, men kan stellig aannemen dat met de be
staande kanalen eene hoeveelheid kan geleverd worden van
gemiddeld 9000 M’ per dag.
i.
2?
3.
7.
Strook duin in werking.
Kanaal-
6.
4.
panden.
Oppervlakte
Lengte.
M'.
M*.
M’.
M*.
M«.
2525
le pand.
3.50 DP. 0.50 DP.
1600
4 040 000
1 414 000
1000
1900
1900 000
665 000
2r
2000 i 2 640 000
924 000
3'
1320
2300
322 000
4<’
920 000
227 500
250
2600
5'
9.60 -
650 000
3.00
3 552 500
10150000
Productief
vermogen
van
elk pand.
Gemiddelde
terrein-
hoogte, i
Hoogste
stand
van het
water.
I Breedte.
400
5.20 -4- 0.50 -4-
6.80 4~ 1.50 4-
8.20 4- [2.50 4~