13
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
en
ontvangsten. f 3,462,548.54s
der uitgaven- 3,-462,548.54s
Batig saldo. Nihil.
Wij laten hier verder volgen een staat der Gemeente*
schulden
Naai’ de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten
rekening (art. 221 der wet van 29 Junij 1851 (Staats
blad n°. 85)zijnde die over het dienstjaar 1875be
dragen
de ontvangsten. f 4,259,092.32s
en de uitgaven- 3,814,878.26
sluitende die rekening met een saldo van f 444,214.06s
wordende hierbijwat het genoemd dienstjaar be
treft, verwezen naar de staten A en B (Bijlagen 10
en 11), houdende afzonderlijke vermelding van den
aard der ontvangsten en der uitgaven.
Van bovengenoemd saldo werd ten bate der dienst
1876 beschikt tot een bedrag van 363,467.72, terwijl
het restant ad 80,746.34s ten goede kwam aan de
dienst 1877.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
Begroeting (art. 207) voor het dienstjaar 1877, is het
bedrag der