22.
u
n
u
n
u
u
u
u
u
ft
II
H
u
tt
H
a.
b.
c.
(I.
e.
- 550
- 600
- 800
plaatsvervangers van den
openbare scholen, behalve 16 hoofdonderwijzers, werkzaam:
102 hulponderwijzers, waarvan 37 de akte van hoofdonder
wijzer en 3 den 2den rang bezitten; terwijl 3 alleen met gym
nastiekonderwijs zijn belast;
9 hulponderwijzeressen, waarvan 1 met acte van hoofdonder
wijzeres
50 kweekelingenwaaronder 21 vrouwelijke;
voor de handwerken: 5 onderwijzeressen 1ste klasse, 5 on
derwijzeressen 2de klasse en 10 kweekelingen.
In strijd met het advies der Plaatselijke Schoolcommissie
volgens hetwelk, in het belang van het openbaar onderwijs in
deze Gemeente, wel verhooging van de tractementen der laagste
klasse van hulponderwijzers noodzakelijk wasdoch verdere
tractementsverhooging daarentegen vooralsnog geene aanbeveling
verdiende, werd door den Gemeenteraad in zijne zitting van 18
Januarij 1876 besloten de jaarwedden van de hulponderwijzers
1ste klasse met 100 te vermeerderen en de toelage aan de
1ste hulponderwijzers (plaatsvervangers van den hoofdonderwijzer)
van f 150 te brengen op 200. Daarentegen werd een voorstel,
om de toelage aan hulponderwijzers 2de, 3de en 4de klasse
voor de hoofdonderwijzersacte van 50 te brengen op 100
door den Raad verworpen, terwijl hij tevens bepaalde, dat de
toelage voor hulponderwijzers, van elders komende, geheel zou
vervallenbehoudens de bepalingdat zijdie deze toelage
thans nog genieten, ze tot hunne eerste bevordering zullen be
houden.
Overeenkomstig deze besluiten, in verband met die van 3
Maart 1874 en 28 October 1875, zijn thans (Raadsbesluit van
1 February 1876) de jaarwedden der hulponderwijzers en hulp-
onderwijzeressen vastgesteld als volgt
voor die der 4de klasse op f 500
3de
2de
1ste
1ste
hoofdonderwijzer, op f 1000.