22.
was.
heven die van den heer H. P. Dewald in de Balistraat. Daar
entegen opende mejufvrouw 8. E. ter Haar eene nieuwe school
in het Noordeinde.
De avondschool der ’s Gravenhaagsche Bijbelvereeniging in de
Oude Molstraat verloor haren onderwijzer, den heer P. A. W.
Gosenson, die den lOden December jl. op zeventig)arigen
ouderdom overleed. Van de oprigting der Christelijke Kinder
school in 1838 had hij aan haar hoofd gestaan, terwijl hij
reeds drie of vier jaren vroeger als onderwijzer aan de Bijbelsche
leerschool en aan de lees-
alle onder het bestuur
Zijne weduwe is thans als directrice aan het hoofd der
kinderschool geplaatst. Tot onderwijzer aan de leerschool is
benoemd de heer J. C. Golterman en het onderrigt op delees-
en schrijfschool is voorloopig opgedragen aan den onderwijzer
A. van der Heijden.
Art. 37. Het bewijs, bij dit artikel der wet op het lager
onderwijs bedoeld, werd in 1876 uitgereikt aan:
mejufvrouw M. W. Schepman, als hulponderwijzeresmet
aanteekening voor de vrouwelijke handwerken van nut en smaak
mejufvrouw A. H. van Wijlen, als hoofdonderwijzeres, met
aanteekening voor de wiskunde;
mejufvrouw S. E. ter Haar, als hoofdonderwijzeres, met
aanteekening voor de fransche, hoogduitsehe en engélsche taal;
den heer W. J. Dormaar, als hulponderwijzer, tevens voor
de wiskunde;
den heer P. A. van Oosterwijk, als hulponderwijzer;
den heer T. Kromhout, als hulponderwijzer en voor het
teekenen
den heer W. H. L. Kuijk, als hulponderwijzer en voor de
wiskunde
den heer J. J. M. Mulders, als hulponderwijzer en voor de
fransche taal;
den heer J. C. Wijnen, als hulponderwijzer en voor de be
ginselen der hoogduitsehe taal;
en schrijfschool voor volwassenen
van genoemde vereenigingwerkzaam