Bijlage 24, VERSLAG om,rent den toestand van het open baar en bijzonder Middelbaar Onderwijs in de Gemeente 's Graven»age, gedurende 1876 gedaan ingevolge art. 52 der wet van 2 Mei 1863 [Staatsblad n°. 50). Van eene Commissie op het oogenblik waarop dit verslag werd vastgesteld nog niet eens voltallig en daarenboven be staande uit geheel nieuwe eerst onlangs benoemde leden, die tot dusver tot de scholen van Middelbaar Onderwijs in deze Gemeente in geene betrekking stonden, zal men uit den aard der zaak geen zoo volledig verslag verwachtenals de Raad in de laatste jaren gewoon was te ontvangen. De heeren Mr. J. Kappeijne van de Coppello, A. H. Drijfhout van Hooff, Dr. L. J. Egeling, Mr. C. Polis, J. G. W. Fijnje, R. A. W. Sluiter, Dr. J. Th. Mouton, Mr. H. M. van Andel en L. G. Brocx, die in het afgeloopen jaar de Commissie van Toezigt vormden, hebben allen hun ontslag genomen. Wij achten het onnoodig de nog versch in het geheugen liggende redenen tot dit ontslag mede te deelen. Wij vermelden slechts het feit van hun heengaan en betreuren, dat het aan zoo ervaren handen toevertrouwd toezigt aan anderen moest overgaan. De Commissie bestaat op dit oogenblik uit de heeren: Mr. J. G. Patijn, Voorzitter, Dr. T. C. L. Wijnmalen, Dr. B. Cabsten, N. Th. Michaölis, Th. F. Schill, Jhr. Mr. G. de Bosc„ Kemper en Mr. Ph. W. van Heusde, Secretaris. De heer L. C. van Kerkwijk, mede tot lid onzer Commissie benoemd, moest, ten gevolge van zijne vele bezigheden, dat lidmaatschap weder nederleggen. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 284