26. Wethouders het wenschelijk dit onderwerp zooveel moge- werd uit hun midden eene commissie met het ontwerpen van eenige bepalingen betrekkelijk de schoollucht belast. De com missie raadpleegde de bepalingen, die vroeger hieromtrent van kracht waren geweest. Over haar ontwerp werd het schriftelijk advies van rector en conrector ingewonnen. Daarna stelden curatoren in de ver gadering van 12 Februari] 1876 de Bepalingen nopens ile schoollucht voor het Gymnasium te ’s Graveuhage” vast, die door de zorgen van het gemeentebestuur gedrukt en als Bijlage bij de Verordening, N’. 391, gevoegd werden. II. Kort nadat de wet van den 28en April jl. tot regeling van het hooger onderwijs (SM. No. 102) was tot stand ge komen, ontvingen curatoren onder dagteekening van 12 Mei een schrijven van Burgemeester en Wethouders, waarin deze, ofschoon het tijdstip, waarop de wet op het hooger onderwijs in werking treedt, nog niet was bepaald, toch tot ons col- legie het verzoek meenden te mogen rigtennu reeds te willen nagaan, welke maatregelen die wet voor het gymnasium ver- eischt. Immers achtten Burgemeester en dat, gelijk zij zich uitdrukken, lijk worde voorbereid.” In die overtuiging deelen curatoren ten volle en in ons ant woord gaven wij gaarne de verzekering, dat wij de aandacht gevestigd hielden op al hetgeen tot voorbereiding dienen kan der reorganisatie, door de wet op het hooger onderwijs noodig geworden. Wij voegen er bijdat het voornemen bij ons be stond de vereischte voorstellen in te dienen, zoodra dit blijken zou doenlijk te zijn. Dit zal eerst mogelijk wezen, wanneer het leerplan volgens art. 7 der wet door den Koning bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur vast te stellenbekend zal zijn. Want hoewel de vakken, waarin art. 5 het onderwijs aan de gymnasia voor schrijft, nagenoeg geheel overeenkomen met die, welke thans aan het Haagsche gymnasium worden gegeven, kan toch aan eene reorganisatie de hand niet worden geslagen, voor dat de te volgen verdeeling der uren haar beslag gekregen heeft. Eerst

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 296