27. I ja I ontveinsde. meldt, werd reeds in November jl. door den heer J. G. Vogel het denkbeeld ter sprake gebracht om het kunstonderwijs aan de Akademie uit te breiden tot eene kunstnijverheid-school. Hierdoor wilde men eene steeds voortdurende leemte aanvullen en eene ernstige poging wagen om de nationale kunstnijverheid die op zulk een lagen trap staat, op te heffen. Bij de groote meerderheid van den Raad vond dit plan instemming, ofschoon men zich de moeilijkheden zoo in het vinden van bekwame onderwijzers als van het verkrijgen der noodige gelden geenszins Er werd een leerplan voor eene dergelijke school ontworpenen daarna trad men op 20 Januari jl. met afge vaardigden van de verschillende nijverheidslichamen hier Ier stede over het plan in overleg. Na eene breede uiteenzetting van het programma, en eene belangrijke gedachtewisseling met de bijeengeroepen deskundigen mocht de Raad korten tijd daarna van al die nijverheidsver- eenigingen bericht ontvangendat het plan algemeene sympathie vond. Men verwachtte van de verwezenlijking daarvan het herleven van den bloei der vroeger hier te lande zoo meesterlijk beoefende nijverheidsvakken. De Algemeene Vergadering van leden der Akademie, op 28 Maart jl. gehouden, gaf vervolgens hare sanctie aan het voor stel tot uitbreiding der Akademie, zoodat in het laatst van Juli de verzoeken om subsidie aan het Rijks- en Provinciaal Bestuur bsnevens dat om verhooging van subsidie aan de Gemeente ’s Gravenhagekon verzonden worden. Aan de leden der Akademie werd spoedig daarna het hervormingsplan aangeboden. Behalve dit veel omvattend ontwerpde vrucht van het afgeloopen Akademie-jaarkermerkten de eerste maanden van dit nu afge sloten tijdperk zich door eene herhaalde verwisseling van Bestuur. Toen op 5 October 1875, de heeren Mr. C. A. van der Kemp en B. Reinders als nieuw gekozen bestuursleden werden geïnstalleerd, bleek het, dat niet alleen het benoemde derde lid, Mr. C. E. J. Graaf van Bylanbt, bedankt had, maar dat ook de heeren Bosboom en Metzelaar van hunne betrekking wensch- ten ontheven te zijn. De Algemeene Vergadering koos toen, in de plaats van dit drietalde heerenDr. L. R. Beunen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 308