ONTWERP tot hervorming der Akademie'van Beeldende Kunsten te 's Gravenhage. terrein ten onzent verwaarloosd wordt, toonstellingen hebben ten duidelijkste hoe het Nederland schier geheel aan In onzen tijd, waarin men zooveel mogelijk alles nagaat wat tot volksontwikkeling leiden kantreedt het onderwijs in de Beeldende Kunsten meer en meer uit zijn isolement op den voorgrond. Allengs erkent men dat in ons opvoedingsstelsel een van de machtigste factoren der beschaving eene te ondergeschikte plaats inneemt. Men beseft dat de handen ineengeslagen moeten worden om het kunst-onderwijs zóó in te richten, dat het goede vruchten drage. Het is overbodigmet voorbeelden aan te toonenhoe dat De Internationale Ten- aan het licht gebracht kunstzin ontbreektboe kunstnijverheid, welke de geheele reeks van ambachten en be drijven met de beeldende kunsten verbindt, ten onzent kwijnt. Die tentoonstellingen zijn heilzaam geweest voor alle beschaafde landen der wereld, welke zich de daar ontvangen lessen ten nutte hebben gemaakt; overal zijn Musea en scholen opgericht, om kunstzin bij het volk op te wekkenalleen Nederland is op dat terrein schier nog even ver ten achteren als tijdens de eerste Internationale Tentoonstelling in Engeland. Zonder te beweren dat er op dat gebied geen vooruitgang hoegenaamd bestaatde geschiedenis der middelbare scholen wijst het tegendeel aanblijft het niettemin eene waarheid, dat de middelen, die in andere landen aangewend zijn, by ons nergens toepassing gevonden hebben. Terwijl voor de lagere en middelbare scholen min of meer Bijlage —8.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 319