I 28. s Het tweede groote bezwaar van het samenwonen bestaat in het groote gebrek aan lokaliteit, hetwelk bij het voortdurend toenemen der leerlingen, vooral sedert de oprichting van dag en avond-cursusook voor vrouwelijke leerlingen van jaar tot jaar toeneemt. Hierbij neme men tevens in aanmerking, dat telkens wanneer er Tentoonstellingen in het gebouw gehouden worden, dit steeds geschiedt ten koste van het Akademisch onderwijs. De leerlingen worden alsdan in slecht verlichte en ongezonde lokalen samengepakt, waar zij zich soms met halve klassen moeten tevreden stellen, terwijl de lokalen tot het geven van de theoretische lessen dan geheel en al ontbreken. Verder wordt de kamer van den suppoost sedert jaren gebruikt voor de lessen in de anatomie, terwijl zij tevens is de algemeene dienstkamer, waar iedereen elk oogenblik in- en uitgaat. Daar zij naast den achteruitgang van het gebouw gelegen is, strekt zij tevens tot wachtkamer der dienstboden die de vrouwelijke leerlingen komen af halen. Bovendien is zij veel te klein, zoodat, met eenigen goeden wil, de leerlingen uit de lagere klassen er eene plaats kunnen vinden, doch voor die der hoogere klassen geen sprake daarvan is. Het skelet kan er derhalve niet worden opgesteld om er naar te teekenenzoodat liet nieuw aangeschafte voort durend in de Bestuurskamer (het magazijn van vele niet te bergen leermiddelen) geborgen wordt. Deze voortdurende her innering aan het onvolkomene van alle menschelijke inrichtingen getroost het Bestuur zich, ten einde te beletten, dat het zeer mooie skelet den weg opga van alle lotgenooten die niet bestemd zijn een kunstmatig leven te leiden. Daarbij moet al het benoodigde voor de theoretische lessen voortdurend van het eene einde van het gebouw naar het andere gesleept worden, waardoor de modellen in gips als anderszins voortdurend geschonden worden, zoodat zij eindelijk voor de vergelijking bij de theoretische lessen geheel onbruikbaar worden. Door datzelfde gebrek aan lokaliteit zijn al de vrouwelijke en mannelijke leerlingen die zoodanige lessen bijwonen, genood zaakt, na drie uren werkens nog een geheel uur lang te blijven staan om den cursus te kunnen bijwonen, en dit in een lokaal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 322