28. tingen en het nazien van werkenwelke op de Akademie natuurlijk niet voorhanden zijn, dan zou onwillekeurig het ver moeden rijzen dat de leeraren voor dien ijver al zeer bijzonder hoog bezoldigd worden. Wat hiervan is, vindt men zeer categorisch in het jaarverslag van de plaatselijke Commissie van Toezicht op het middelbaar onderwijs over 1875 (Mr. J. Kappeyne van de Coppello, Voorzitter, en Mr. II. M. van Andel, Secretaris.) Om niet al te uitvoerig te worden, zal men hier alleen de honoraria der verschillende directeurs vergelijkenterwijl die der overige leeraren ongeveer in dezelfde verhouding staan. Hoogere Burgerschool: 219 leerlingen, honorarium van den Directeur, met 10 lesuren ’s weeks: 3500. Burger-dag- en avondschool: 58 leerlingen, honorarium van den Directeur, met 12 lesuren ’s weeks: f 2800. Ambachtsschool:' 67 leerlingen, honorarium van den Directeur, met 12 lesuren ’s weeks1600 ëh vrije woning. Akademie van Beeldende Kunsten: 336 leerlingen, honorarium van den Directeur met 20 lesuren ’s weeks: f' 1500. Hieruit blijktdat den Directeur der Akademiemet een getal leerlingen gelijk aan de drie andere inrichtingen te zamen, en een getal lesuren dat feitelijk het dubbele van ieder hunner bedraagt, het minste honorarium wordt toegekend. Neemt men daarbij nog in aanmerking, dat het Akademisch onderwijs niet alleen middelbaar doch ook gedeeltelijk Hooger onderwijs omvat, dan acht de Raad van Bestuur elke verdere toelichting dier ongerijmde verhouding ten eenemale overbodig. Hetgeen hierboven onder en b werd medegedeeld, wettigt genoegzaam de bewering, dat onze Akademie in een kwijnenden toestand verkeert. Niettemin kan de Raad van Bestuur, dank zij het onderwijs, getuigen, dat de inrichting goede vruchten afwerpt. c. Onderwijs. Met het volste vertrouwen en overtuiging aarzelt de Raad ook geen oogenblik, op grond van de geschiedenis der Akademie en Van den afgeloopen wintercursuste constateeren dat, ondanks de onvermijdelijke gevolgen, voortspruitende uit de gebrekkige lokaliteit en de hoogst gebrekkige hulpmiddelen, het onderwijs zoo voldoende wordt gegeven als onder die om-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 324