28.
voor alle bedrijven of ambachtenwelke niet met de schilderkunst
of architectuur in onmiddellijk verband staan.
De bepaling in art. 1 van het Reglement, dat het onderwijs
in verband wordt gebragt met de latere bestemming der leer
lingen kan dusbij den bestaanden toestand onmogelijk
worden nagekomendaar leermiddelen en lokaliteit ontbreken.
De vruchten der Akademie, hoe onmiskenbaar ook, zijn onder
de ongunstigste omstandigheden gekweekt. Dat de behoefte groot
is, blijkt daaruit dat, niettegenstaande die ellendige hulpmid
delen, het aantal leerlingen jaarlijks toeneemt, zóó zelfs, dat
voortdurend leerlingen moeten afgewezen worden, die daardoor
natuurlijk in hunne volgende loopbaan ten zeerste benadeeld
worden.
Op grond
van de aangehaalde cijfers en feitenmeent de Raad
dus als zijne volle overtuiging te mogen uitspreken, dat de
Akademie niet alleen moet worden verbeterd, maar ook dat zij
in haar eigen belang zoodanig moet worden uitgebreid, dat het
kunst-industrieel onderwijs daaraan worde toegevoegd. Immers
is het uit de feiten ten duidelijkste aangetoond, dat de Akademie
in de gegeven omstandighedenzel/'s goed ingerirhtmet meer
aan de eischen kan voldoen.
Door die uitbreiding zal de Akademie eerst recht tot hare
kracht kunnen komenwant het malaise waaronder dat lichaam
sedert vele jaren gebukt gaat, moet niet alleen aan hare ge
brekkige lokaliteit en hulpmiddelen toegeschreven worden.
In onzen tijd, waarin het algemeene meer dan het bijzondere
op den voorgrond treedt, wordt dringend vereiseht dat het
onderwijs ook daarnaar worde ingerichtopdat het onderwijs
dat vroeger meer speciaal tot de opleiding van kunstschilders
diende, in de toekomst zich zooveel mogelijk uitstrekke tot het
algemeen.
Dat de opofferingen die men zich daarvoor zal moeten ge
troosten, meerdere vruchten zullen afwerpen, spreekt wel van
zelf, daar de toekomst der Akademie door die uitbreidinggeheel
in den geest van onzen tijd met zijne veelzijdige eischen, ge
waarborgd wordt. Hierdoor worden die grootere uitgaven vol
komen gerechtvaardigd, vooral wanneer men nagaat, dat de