29.
hoogen leeftijd of ziekelijkheid niet meer in staat om door arbeid
geheel in hunne behoefte te voorzien, met eene toelage onder
steund. De vier overige zijn als vrijboeren gevestigd, en ver
oorzaken alzoo aan het Armbestuur geen kosten. Daarenboven
werden nog voor zijne rekening in die stichting verpleegd twee
bij hunne kinderen inwonende bejaarde personenalsmede zes
kinderen, waarvan in den loop des jaars drie door den vader
verlaten halve weezen moesten worden opgezondenomdat hunne
betrekkingenbij wie zij aanvankelijk waren uitbesteedvan
hunne verzorging wenschten te worden ontslagen.
Tevens zag het Armbestuur zichop voorstel van Commis
sarissen der Maatschappij, verpligt, om de toelagen ten behoeve
der drie in vorige verslagen genoemde gezinnen voort te zetten,
welke ondersteuningen echter bij minder invaliditeit der ouders
of meerdere werkvatbaarheid der tot het gezin behoorende kin
deren van tijd tot tijd verminderd worden.
Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd in 1876
aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald 1034.505
tegen ƒ790.225 in 1875.
Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft
op het verleenen van geneeskundigen onderstand, zij herinnerd,
dat bij Raadsbesluit van 11 April 1876 aan den Heer Dr. D. L.
Welt op zijn verzoek een eervol ontslag werd verleend als
Gemeente-verloskundigemet ingang van 1 Julij 1876terwijl
door den Raadbij zijn besluit van 20 Junij 1876in die
vacature werd voorzien door de benoeming van Dr. J. M. Piepebs.
Met opzigt tot verdere bijzonderhedenbetreffende de ver
strekking van onderstandvestigt het Burgerlijk Armbestuur
verder de aandacht op den hier volgenden staat: