NOTA betreffende hel Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap te ’s Gravenhage. Bijlage O6. Evenals ten vorigen jare kan thans weder de verklaring worden afgelegddat ook 1876 in velerlei opzichten een tijdperk van bloei en ontwikkeling voor deze instelling was. De gewone ontvangsten, voortspruitende uit de contribution der leden, entréegeldenenz. enz. gaan aanmerkelijk vooruit, zoodat het niettegenstaande de noodzakelijke stijging der uit gaven, mogelijk is aan alle verplichtingen te voldoen, zonder tot buitengewone middelen de toevlucht te nemen. Het getal leden klom tot 2327, eene vermeerdering van 76 bij het verledene jaar. De Diergaarde bevatte volgens de laatste inventaris 1777 dieren ter waarde van f 24,307.75. Bijzondere vermelding verdient de geschonken Orang-oetangeen gaaf en gezond dier. De jonge Olifant, die door zijne ware kunststukjes menig aangenaam oogenblik aan de bezoekers verschaft, heeft zich snel ontwikkeld; een nieuw verblijf voor zomer en winter wordt voor dit dier in gereedheid gebracht. Het als proef opgerichte Aquarium, bestaande uit 5 vakken, waarin zich een 20tal verschillende vischsoorten bewegen, trekt altijd vele toeschouwers tot zich. Ook daarvoor is de duinwater leiding aangewend ter gedurige verversching en aanvoer. De verandering in de gazleiding heeft een gunstigen invloed ■op de verlichting uitgeoefend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 377