58.
BENAMING der GOEDEREN. Maatstaf.
Invoer.
üitvoer.
5500
2
8
312
11300
915
bruto gew.
KG.
bruto gew.
gulden.
id.
bruto gew.
gulden.
KG.
bruto gew.
KG.
bruto gew.
KG.
bruto gew.
gulden.
7479
bruto gew.
hectoliter,
bruto gew.
KG.
id.
bruto gew.
1072
23300
1900
518820
116
125
637
114
162
750
Granen (gerst)
(erwten, boonen)
(tarwemeel)
id
(griesmeel)
(brood en beschuit).
gulden.
gedroogde)
10902
460
6460
202
25
340
1903
34
54
39
15
id.
id.
.bruto gew.
id. gulden,
(onbereide) gezouten n. a. g. bruto gew.
(zool-, tuig- en zaal-) gulden,
(onbereide) schapen-, hazen-
en konijnen vellen. .1 bruto gew.
id.
id.
id.
id.
id.
Groenten (ingemaakte)
id. (versche en
id. (versche).
Gutta-percha (voorwerpen van)
id. (bewerkte)
Haar van alle soorten (bewerkt)
id. (onbewerkt)
Hoeden van alle soorten.
Honig
Hooi
Hop
Horens of punten van-
id. id.
Houtwerk
id
Hout (scheepsbouw- en timmerhout,
gezaagd)
id. (fijn werk-, gezaagd).
Huiden (bereide) n. a. b.
id.
id.
id.
id.
BEDRAG VAN DEN
n
r>
n
n
r>
n
T>
n
r>
n
n
n
n
n
n
n
n
r>