I 58. i en de geheele bemanning bleven bij de haringvisscherij behouden; De bekende aanvoeren van deze visscherij zijn: 32,560000 stuks steurharing, en 35650 ton pekelharing, waarvan besomd werd f 1,379000. De hoogste en laagste prijzen waren voor 1000 stuks steurharing f 40 en f 18 de ton pekelharing - 30 - 18. Tengevolge der geringe vangst op de Schotsche en Engelsche kusten was het debiet van pekelharing voor het buitenland, tegen hooge prijzen, zeer groot. Uit Engeland werd slechts -weinig, uit Noorwegen geen*steur haring aangevoerd. Daarentegen leverde Engeland veel visch voor de droogerijook van Nieuwe Diep en andere binnenlandsche visschersplaatsen werd voor dit doel veel afgezonden. Voor de haringvisscherij en vischdroogerij werd te Scheveningen 4,695525 kilogram ruw zout aangevoerd. De uitbreiding van de visscherij en den vischhandel oefenden noodwendig een weldadigen invloed uit op de bedrijven, die daaraan hun bestaan ontleenen. Inzonderheid was dit het geval met de scheepstimmerwerven, die de ontvangen orders wederom niet geregeld konden uit voeren. Aan de drie bestaande werd dan ook in den loop van 1876 een vierde werf toegevoegd, terwijl eerlang aan de vijfde scheepstimmerwerf de hand zal worden gelegd. Laat het zich aanzien, dat de visschersvloot eerlang tot 200 vaartuigen zal zijn uitgebreid, en ligt hierin een verblijdend voorteeken van de toenemende welvaart der visschersplaats Scheveningen, dan is ook de wensch der reeders en visschers aldaar volkomen geregtvaardigddat men hun het strand vrij late voor de uitoefening van hun bedrijf; dat men de gevaren, aan hun beroep onafscheidelijk verbondenniet roekeloos Vermeerdere door den aanleg van wandelpieren en dergelijke, die, ja, den bezoeker een oogenblik van genot mogen opleveren, maar dié tegelijk het leven en de bezitting eener nijvere bevolking in de waagschaal stellen. V.';

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 397