58. grooteren inhoud, welke nu te Delft moeten b. Buitenla ndsch. masten en van blijven, hier voor den wal kunnen komen.” In de reederij van de firma L. van pee Hipst en Zonen kwam, luidens de ontvangen mededeelingengeen verandering. De beide schoonerschepen van de firma J. J. van pen Beeg hebben gedurende 1876 gunstig gevaren. Aangaande die van de firma’s Huygens en Haepenbeeg en van C. Jut en Comp. ontbreken ons alle bijzonderheden. Achter dit verslag volgt de gewone lijst der fabriekenwaarin stoomwerktuigen worden gevondenhet aantal arbeidersdaarin werkzaam op 31 December 1876, en het arbeidsloon per week. Wat de beide laatste opgaven betreft, is de lijst ook ditmaal zeer onvolledig, daar de industriëelen wederom slechts bij uit zondering gehoor hebben gegeven aan ons verzoek om voor dit verslag geschikte mededeelingen. Dat hun gebrek aan medewerking een nadeeligen invloed heeft uitgeoefend op den inhoud en de volledigheid van het tegenwoordig hoofdstuk ligt voor de hand. Het getal der stoomtuigen is, bij vergelijking met 1875, ver meerderd met 1 van 3| p. k. in de kleederbleekerij van P. J. Geeapts: 1 van 12 p. k. in de houtzagerij van Leon Antenne, en 1 van 4 p. k. in de boekbinderij van F. J. V. van pen Heuvel. Het établissement van de naamlooze vennootschap het Vaderlandboek- en courantdrukkerij, onder administratie van C. A. van Reijn, werd verplaatst en uitgebreid, terwijl een tweede stoomketel bijgeplaatst werd. Wij deelen hieronder mede eene lijst der gedurende het jaar 1876 door het gemeentebestuur verleende en geweigerde ver gunningen, volgens de wet van 2 Junij 1875 (Staatsblad n°. 95). V. NIJVEEHEIP.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 400