58. I I Aan het bestuur der Vereeniging voor Handel en Nijverheid te 's Gravenhage werd, in antwoord op zijn verzoek om mede werking aan eene anti-Patentbelasting-bewegingbij brief van 16 Februarij 1876, n°. 5, te kennen gegeven: dat de Kamer, ofschoon instemmende met het ongunstig oordeel over de Patent wet, alvorens ten deze eenige stappen te doen, de voorstellen tot verbetering der Patentbelasting wenschte af te wachten, die de Minister van Finantien aan de Wetgevende Magt had toegezegd; en dat zij niet in gebreke zal blijven, te zijner tijd die voorstellen te vergelijken met de denkbeelden der Vereeniging. Op verzoek van den Minister van Finantiën, noodigde de Kamer de ingezetenen bij advertentie in „het Dagblad” en het Vaderland uitom met de Regering mede te werken tot wering van het gebruik van vreemde munt. kleinere afmetingen bestaande, direct in douane-manden worden doorgezonden. Aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken in Friesland werd bij brief van 19 April 1876, n°. 15, te kennen ge geven: dat de Kamer de gevraagde ondersteuning aan haar verzoek, om regtstreeks goederenvervoer per spoortrein uit het Noorden des lands naar Hollandniet kon verleenenomdat de nieuwe wet tot regeling van de dienst en het gebruik der spoorwegen, op 15 October 1876 in werking tredende, de Minister van Binnenladdsche Zaken de hem te voren ontbre kende bevoegdheid geeft omten aanzien van de regeling der goederenverzendingen beslissend tusschen beide te treden; en het haar dus voegzaam voorkwam de maatregelen af te wachten, welke de Regering ongetwijfeld zou nemen, om aan het overigens billijk verlangen der adresserende Kamers te voldoen. Onder dagteekening van 16 December 1876, n°. 48, werd aan Z. K. II. Peins Hendeik dee Nederlanden een adres van dankbetuiging aangeboden voor Hdz. belangstelling in han del, nijverheid en scheepvaart, onlangs bij vernieuwing zoo

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 421