47
18 hierachter zijn
directeur Dr. G. P. van Tienhoven, die ruim zeven
jaren aan het hoofd dezer instelling had gestaan en
die zoowel om zijne kunde geacht als om zijn hulp
vaardigheid en ijver bemind was, werd benoemd tot
adjunct-inspecteur voor het geneeskundig staatstoezigt
in Gelderland en Utrecht. Bij Raadsbesluit van 21 Maart
werd hem op de meest eervolle wijze ontslag verleend.
Daarop werd in zijne plaats benoemd Dr. J. Hoog
kamer, tot dusver hulp-geneesheer in het Gasthuis,
in wiens betrekking voorzien werd door de benoeming
van den heer J. A. Tresling te Winschoten. Het is
ons aangenaam thans reeds te kunnen vermelden, dat
de ondervinding geleerd heeftdat beide keuzen geluk
kig mogen heeten.
Ook in de zamenstelling der Commissie van bijstand
kwam verandering door het overlijden van den Heer
van Waning, in wiens plaats benoemd werd de Heer
W. Huijgens Wzn.
Vele bijzonderheden omtrent den toestand en de
verpleging vindt men vermeld in het Verslag der
Commissie van bijstand en in dat van den geneesheer-
directeur, die als bijlagen 17 en
opgenomen.
Stippen wij hier alleen aandat de quaestie van de
plaatsing van houten barakken voor de verpleging van
besmettelijke zieken nog geheel is in den stand in het 4
vorig Verslag vermelden dat thans het gesticht ge
heel wordt verlicht van wege de Gemeente-gasfabrie-
ken, zoodat de eigen gasbereiding heeft opgehouden.
Door het aanbrengen van electrische schellen is de
dienst, vooral die des nachts, veel verbeterd.
Wat het aantal verpleegden betreft, zoo is hierin
niet veel verandering te bespeuren in vergelijking met
de laatste jaren, alleen dat der patiënten in de kinderen-