94 ‘2de 3de 4de 5de 20 17 13 2 3 In het college loopen jalr geen van curatoren kwam in het afge- verandering. Door hen werden in February 1876 ter voldoening aan art. 18 der veror dening bepalingen vastgesteld nopens de schooltucht, vijf leeraren. Het personeel onderging in 1876 wijzi ging door het vertrek van den heer Dr. J. P. van der Stok naar Indie; in zijne plaats werd tot leeraar in descheikunde en natuurlijke geschiedenis benoemd Dr. A. H. Pareau, welke keuze gelukkig mag ge noemd worden. De cursus 1875/76, den 6den September aangevangen met 63 leerlingen, eindigde in Julij 1876 met slechts 43. De voornaamste reden dezer vermindering ligt in het feit dat zich telken jare en misschien nu nog sterker met het oog op de nieuwe wet tot regeling van het hooger onderwijs voordeed, dat namelijk eenige leerlingen van de 3de en 4de klasse, ja zelfs nu ook van de 2de klassedeel namen aan het admis- sie-examen voor de academie. In het verslag van heeren curatoren (bijlage 26) vindt men den uitslag dezer examens vermeld en tevens aangetoond, dat deze zucht om spoedig aan de hopgeschool te komen, zoowel op het onderwijs als op de leerlingen zelven ongunstig werkt. Overigens wordt in het verslag zoowel van ‘de leeraren als van de leerlingen een gunstig getuigenis afgelegd. De nieuwe cursus begon in September met 55 leer lingen verdeeld als volgt: 1ste klasse. 9

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1876 | | pagina 97