95
tevens eene aanwijzing bevat van de te dier zake ge
dane uitgaven en ontvangsten.
Verder gedragen wij ons ten aanzien van de overige
in de Gemeente bestaande Instellingen van Welda
digheid, bedoeld bij de alineas a tot d van art. 2
der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad n°. 100), aan
de almede hierachter gevoegde tabellen (bijlage 37
n°. 29), namelijk:
N°. 2 en 3. Besturen voor huiszittende armen;
N°. 4. Genootschappen die aan schamele armen
onderstand verleenen;
N°. 5. Genootschappen tot het verleenen van onder
stand aan behoeftige kraamvrouwen;
N°. 6 en 7. Godshuizen (niet zijnde ziekenhuizen
of geneeskundige gestichten voor krankzinnigen);
N°. 8. Ziekenhuizen
N°. 9. Instellingen tot werkverschaffing aan behoef-
tigen.
Instellingen ter voorkoming van armoede doen' of
van wege de Gemeente.
De gewone statistieke opgaven betrekkelijk deze in
stellingen komen in bijlage 38 voor, als van:
1°. Bank van leening. Blijkens de nota van toe
lichting achter de tabel gevoegd, neemt het aantal
beleende panden en daarbij de waarde der goederen
voortdurend toe.
2°. Hulpbanken.
3°. Spaarbank.
De toestand dezer instellingen in het afgeloopen jaar
geeftvoor zoover ons bekend isgeen aanleiding tot
bijzondere vermelding.