96 HOOFDSTUK XI. Landbouw en Veeteelt. Landbouw. De algemeene toestand van den land- en tuinbouw was in 1877 bevredigend. De weilanden gaven een goed grasgewaszoodat ook overvloedig hooi werd gewonnen. Voor den akkerbouw was het najaar zeer ongunstigdaar die echter in deze Gemeente weinig voorkomtdeed de regen bij den oogsttijd slechts gering nadeelalleen de aardappelen hadden daar van Veel te lijdenzoodat het beschot beneden mid delmatig bleef en op enkele plaatsen meer dan de helft verrot wasdoor hooge prijzen werd dit verlies echter voor de landbouwers vergoed. De tuinbouw leverde ook betrekkelijk weinig openkele najaars- gewassenvooral de boonenleden van de regens en stormen. De koop- en huurwaarden der landerijen zijn steeds stijgendede cijfers zijn zeer afwisselend en daarom moeijelijk op te geven. De maatschappijen en genootschappen ter bevorde ring van den landbouw zijn 1°. de Afdeeling 's Gravenhage van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Ten gevolge van de vestiging van afzonderlijke af- deelingen in verschillende naburige gemeentenis de naam der afdeeling gewijzigd in dier voegedat de woorden en omstreken zijn vervallen. Met het oog daarop mag het niet als een téeken van achteruitgang gelden dat het ledental thans 988 bedraagt; er werden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 102