104 i b. BuUenlandsche handel. i Hoofdstuk II, letter b van gemeld verslag bevat een overzigt van de in- en uitgevoerde handelsgoe- deren gedurende het jaar 1877. Doorvoer heeft niet plaats gehad. In het einde van 1877 behoorden in deze Gemeente te huis 60 vaartuigen, metende boven de 10 scheeps- tonnen, zijnde 1 meer dan in 1876 met een gezamenlijken inhoud van 1907 scheepstonnentegen over 1846 in het voorgaande jaar. Van deze schepen waren 17 van Scheveningen-, zij varen tijdens de steurharingvisscherijnagenoeg uitsluitend op België en brengen als retourvracht van tijd tot tijd gietaarde voor de ijzergieterijen, granen uit Antwerpen of matte stoelen uit Mechelen mede. Na afloop der verzending van steurharing en gerookte bokking zoeken deze schippers hun bestaan elders. Enkele schepen dienen als vletvaartuigen tusschen naburige gemeenten, tot c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. met het oog op de thans aanhangige voorstellen van de Regering tot verbetering van een aantal scheep vaartverbindingen voor andere Gemeenteneen stati stiek van den invoer te water aan de drie havenkantoren alhier is aan het verslag der Kamer van Koophandel als bijlage toegevoegd. Het vraagstuk van den aanleg van een zeehaven te Scheveningen kwam in den loop van den zomer weder ter sprake naar aanleiding van eene aanvraag der heeien Landry en Mouton; de zaak stuitte echter weder op verschillende moeijelijkheden af. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 110