j I 105 d. In Werven en scheepsbouw. Tot den bouw van de vijfde scheepstimmerwerf te Sche- veningenwaarvan in het voorgaand verslag gesproken vervoer van versche, gedroogde en gezouten visch en van haringnetten, of tot aanvoer van brandstoffen. en uitklaringen. Van de 49 schepen die te ’s Gravenhage te huis be- hooren zijn: 5 in gebruik bij het fabriekwezen, 7 bewoonde liggers, 2 liggers voor ammoniakwater 1 ligger voor houtskool, 2 tot berging van kool. De overigen behooren aan particuliere schippers tot aanvoer van verschillende handelsartikelen. In 1877 werd havengeld geheven van 41,214 vaar tuigen, zijnde 4,258 minder dan in het vorige jaar. Deze vermindering moet hoofdzakelijk worden toege schreven aan de voltooijing der ophooging van het spoorwegterrein te Rotterdam en van het terrein der nieuwe gasfabriek alhier; en bovendien aan minderen aanvoer van bouwmaterialen. Hoewel de dikwijls herhaalde klagten der schippers over moeijelijkheden voor de scheepvaart bij de door vaart der Loosduinsche en Koningsbrug door de ver nieuwing dier bruggen zijn weggenomen, wordt door de Kamer van Koophandel medegedeelddat de klagten over de heffing van het havengeld in verband met den gebrekkigen toestand der waterwegen blijven aanhouden. ti. E

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 111