h
J:
I
I
107
HOOFDSTUK. XIII.
a. Middelen van vervoer te water.
De stoombootdiensten tusschen s Gravenhage en an
dere plaatsen des Rijks werden vermeerderd met een
dienst tusschen deze Gemeente en Breda, waarvoor
twee stoombooten in de vaart werden gebragt. Overi
gens verwijzen wij voor dit onderwerp, alsmede voor
beurtschepen en marktschuiten, naar Hoofdstuk VII
letter a van het verslag der Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
Wat de volksschuiten betreft, waren gedurende 1877
in dienstnaar Leijden -3 en naar Delft 4 schuitendie
allen te Delft te huis behooren. Dagelijks had slechts
één vaart van Delft naar ’s Gravenhage en terug plaats.
Van de drie gondels naar Scheveningen werd weder
een druk gebruik gemaakt.
b. Middelen van vervoer te water.
Ten aanzien van de Hollandsche- en Rijnspoorwegen
zijn geene bijzonderheden mede te deelen; wat de
Tramways aangaat, is daarentegen het afgeloopen jaar
rijk geweest aan concessie-aanvragen en voorstellen
van verschillenden aard.
De Haagsche Tramway-Maatschappij heeft vooreerst
eene aanvraag gedaan om twee lijnen in de stad ter
verbinding van het Westeinde met het station van
den Rijnspoorweg en met de bestaande lijn naar den
Hollandschen Spoorweg in de Wagenstraat. In de
zitting van den Raad van 11 September werden beide
lijnen, hoewel de tweede eenigzins gewijzigd, toege
staan. De eerste lijn is afhankelijk van de vergunning
Inrigtingen in verband staande met de
uitoefening van Handel en andere Bedrijven.