I 108 van het Rijk om het Binnenhof te doorsnijden, welk verzoek sedert door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid is afgewezen. Het tweede verzoek betrof de vergunning om dubbel spoor te leggen langs den Scheveningschen weg, en bovendien om de wissels te vermeerderen op den Badweg en aldaar een proef te nemen met eene stoom machine; deze drie vergunningen werden verleend bij Raadsbesluit van 16 October. Eindelijk werd nog in November aanvraag gedaan om concessie van het Rijnspoorwegstation over den Bezuidenhout en langs de Prinsessegraclit aansluitende aan de bestaande rails bij de Kanonstraat; deze con cessie werd door den Gemeenteraad op 8 Januarij 11. verleend. Van de lijn ’s GravenhageDelft werd druk gebruik gemaakt, de wijze van exploiteren gaf reden tot te vredenheid. De concessie-aanvraag van den heer de Graeff van Polsbroek, die in handen der Nederlandsche Rhijn- spoorweg-Maatschappij is overgegaangaf in den loop van het jaar tot vele besprekingen aanleiding. Over eenkomstig het Raadsbesluit van 17 October 1876, werden op 24 April 1877 de eventueel te stellen voor- waarden aan den Raad ingediendnaar aanleiding van bezwaren van de zijde van den aanvrager werden deze voorwaarden gewijzigd. Toen deze echter op 9 October in behandeling werden gebragt, vereenigde de Raad zich met een voorstel van den heer Huijgens om vooraf in nadere bespreking te treden met de Directie der Spoorwegmaatschappij. De tengevolge hiervan op nieuw gewijzigde voorwaarden kwamen in behandeling op 27 December en werden definitief vastgesteld op 8 Januarij 1878. De geconcessioneerde lijn zal loopen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 114