I I Bijlage 16. dj ’s Gbavenhage 12 December 1877. I De Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeente- Badhuis heeft de eerter voldoening aan de bepalingen der Verordeningregelende haren werkkringhet volgende ten aanzien der exploitatie in het jaar 1877 mede te deelen. Zij brengt in herinneringdat de Gemeenteraad in de zitting van 6 Februarij 1877, met intrekking van het Raadsbesluit van 9 December 1873, besloot tot verpachting van het houden der table d’höte, van de bediening der restauratie en van het terrasop de daarvan goed te keuren voorwaardenen dat die voorwaarden, met eenige wijziging van het door de Commissie gemaakte ontwerp, zijn vastgesteld in de vergadering van 14 Februarij. Kort daarop is de Verordening, regelende den werkkring der Commissie, in zooverre herzien, dat het aantal leden, behalve den Voorzitter, van 6 op 4 is terug gebragt. Bij de openbare verpachting hebben zich eenige gegadigden aangemeld, waaruit de Raad in de zitting van 20 Maart, op advies der Commissie, de pacht heeft gegund aan den heer W. van Dobmolen, die sedert eenige jaren de betrekking van Chef kok in het Badhuis had waargenomen. Spoedig daarop heeft eene taxatie van den inventaris, die aan den pachter ten gebruike is afgestaan, plaats gehad, en is eene regeling getroffen omtrent den verkoop van den voorhanden wijn. De eerstgenoemde taxatie bedroeg f 25,886.20. Voor zoo ver haar bekend is, kan de Commissie verklaren, dat de pachter behoorlijk aan zijne verpligtingen heeft voldaan. Niettegenstaande de gasten steeds later in het saizoen aan komen en ook dit jaar het niet zeer gunstige weder van na zomer en herfst velen spoedig deed vertrekken, heeft de ver huring van kamers meer opgebragt dan in 1876,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 156