20. enkelen eenige verhooging van belooning deelachtig werden waaronder de hulphuismeesteresse. Tegen het einde des jaars werd besloten, om de vroeger gebruikte gasfabriek bij het gasthuis te doen opruimen, en de door den gashouder ingenomen ruimte te bestemmen tot berging van steenkolen. Aan de bemoeijing van den Gemeente-architect mogt het ge lukken, het water in de kelders van het gesticht grootendeels te doen afloopenwaarmede voorloopig genoegen genomen werd uithoofde eene voorgestelde afdoende wegneming van het kwaad te groote geldelijke offers vorderde. Even als dit had plaats gehad in de 1ste Afdeeliug, werden ook in de 2de Afdeeling van het gesticht brandkranen aan- gebragt. Hoezeer niets gevorderd met den aankoop van grond voor het eventueel opslaan van barakkenheeft deze weêr hangende gebleven aangelegenheid bij herhaling een punt van behande ling uitgemaakt. Mogten de vele bezwaren overwonnen worden en wij in het volgend verslag daarvan de afdoening kunnen 'vermelden, ook om de afdeeling „besmettelijke zieken” be schikbaar te krijgen tot verpleging van gewone lijderswaarvoor de tegenwoordige ruimte onvoldoende is. Het belangrijke reeds besproken verslag van den Geneesheer- Directeur verschaft op nieuw vele bijzonderheden, in hoofdzaak omtrent de opneming en verpleging van lijders. Hier, waar slechts met een enkel woord naar dat verslag verwezen wordt ten aanzien van dat doel der inrigting, hier moet niettemin de dankbare herinnering hare juiste plaats vinden aan de gestadige vereerende bezoeken, den lijders, ook in tijden van epidemiën, gebragt door onze diep betreurde ontslapene Koningin. Al ware ook die Vorstelijke verschijning met al Hare belang stelling troost en bemoediging aan het ziekbed niet bij magte de wonden der lijdende menschheid te heelender aandacht ontging het nimmerdatna het afscheidbij een ieder een verkwikkende indruk was waar te nemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 186