13 In den loop van het jaar 1877 werden weder twee geld- leeningen gesloten, beide tegen eene rente van 4 ten honderd. De eerste, groot ƒ500,000, moest strekken tot geheelë of gedeeltelijke voorziening in de kosten van de in de begrooting over 1877 opgenomen buiten gewone werken, terwijl de tweede, groot f 450,000, noodig was tot voldoening van de kosten van aankoop overdragt, enz. van de perceelen, noodig voor de ver- breeding der Lange Pooten. Van deze leeningen werd de eerste geplaatst tegen den koers van 95| pCt. en de tweede tegen dien van 95 pCt. De hoofdelijke omslag wrerd over 1877, even als in de beide vorige jaren, geheven naar den maatstaf van If pCt. De kohieren dier belasting beliepen: primitief suppletoir f 350,174.90 - 18,331.86s f 368,506.76s 21,335.50s f 347,171.26 6,149.60 te zamen. waarvan als oninbaar is afgeschreven zoodat het zuiver bedrag is De hondenbelasting bragt op zijnde alzoo de geheele opbrengst der directe belastingen in 1877 geweestf 353,520.86 Bijlage 15 bevat het overzigt der opbrengsten van den hoofdelijken omslag over de jaren 1866 tot en met 1877.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 19