Bijlage 25. 's Gbavenhage 28 Februarij 1878. Algemeene beschouwingen. Art. 4. Ook in dit jaar heeft de Districts-schoolopziener geene lokalen schadelijk voor de gezondheid of van onvoldoende ruimte voor het aantal schoolgaande kinderen verklaard. Hierin ligt intusschenook naar de meening der Plaatselijke School commissie, nog niet van zelf opgesloten, „dat alles zoo is, als het wezen kan en wezen moet.” (Verslag der Commissie van Enquête uit de afdeeling ’sGravenhage der Vereeniging „Volks onderwijs”, pag. 32.) Waren, blijkens den aanhef van het vorig jaarverslag, de verhoudingenzooals die uit de bijlagen A en B kunnen wor den opgemaaktbijkans dezelfde geblevengedurende het afge- loopen jaar hebben die verhoudingen eene vrij aanmerkelijke verandering ondergaan. Terwijl toch het getal kinderen, die de openbare scholen bezochten in 1877 met 369 is vermeer derd, is dat der kinderen, die op de bijzondere scholen werden onderwezen, met 42 verminderd. Bij eene toeneming der be volking van 3.65 °/0, bedroeg de vermeerdering op de openbare scholen 6.55 de vermindering op de bijzondere 0.65 Het cijfer der kosteloos onderwijs ontvangende kinderen op de open bare scholen nam met 4.77 °/o toeterwijl het getal der koste loos onderwezenen op de bijzondere scholeneven als het vorig jaar, weder met één leerling werd vermeerderd. De staat E, die thans voor het eerst door de Commissie aan het verslag wordt toegevoegd, dient tot aanwijzing van het gemiddeld aantal leerlingenverdeeld naar hunnen leeftijd die gedurende het jaar 1877 in deze Gemeente de lagere school hebben bezocht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 214