2S. en daardoor ten slotte verijdeld. Intusschen mag zij de opmer king niet achterhoudendatzonder iets af te dingen op de loffelijke wijze waarop door enkele onderwijzers de zaak werd opgevat, eenige meerdere volledigheid en naauwkeurigheid dan aanvankelijk bij de invulling der tabellen viel waar te nemen niet tot de onbillijke eischen behoort. Art. 6. Bij Koninklijk besluit van 22 Mei 1877nn. 20 werd aan mevrouw de wed. A. J. Zon geb. A. Caiien, van Weseke (Pruissen), en bij Koninklijk besluit van 27 November 1877n". 9aan mejufvrouwen K. Bandow van Koningsberg J. Ch. Corporaal, van Colesberg (Zuid-Afrika)en L. H. J. Jung, van Lausanne, alsmede aan den heer E. C. Pean, van Méral (Frankrijk)vergunning verleendom hier te lande onderwijs te geven. Art. 12. Blijkens het rapport van den Directeur der normaal lessen mogt de toestand dezer inrigting gedurende den leer cursus 1876/77, dank zij vooral den ijver van het onderwijzend personeelzeer bevredigend heeten. Te betreuren blijft het, dat de lokalen, voor de mannelijke kweekelingen bestemd, met betrekking tot de ventilatie steeds veel te wenschen overlaten. Met betrekkelijk geringe kosten zoude in dit hoofdgebrek zijn te voorzien. De heer Teebaal verzocht en verkreeg met 1 Mei zijn eervol ontslag als onderwijzer in de Nederlandsche taal en het schrijven bij de 3de klasse der beide afdeelingen en werd ver vangen door den heer Haverman, terwijl voor het onderwijs in het teekenen de heeren Becker en Liernur, leeraren aan de Koninklijke Teekenakademieoptraden in de plaats van de heeren Dona Pieck en Hari. De uitstekende lessen in de muziekdoor den heer Nicolaï aan de afdeeling A gegeven, werden door eenige hulponder wijzers geheel vrijwillig gevolgd. Eene der vrouwelijke kweekelingen, het sieraad der hoogste klasse bij de afdeeling B, overleed op 17jarigen leeftijd onder hoogst betreurenswaardige omstandighedeneen der voortrede-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 216