25. Bij Koninklijk besluit van 3 April 1877, n°. 13, werden goedgekeurd twee door den Gemeenteraad in zijne zitting van 20 Februarij daar te voren vastgestelde verordeningen, rege lende het bedrag, de grondslagen en de invordering van het schoolgeld voor de leerlingen der burgerscholen. Het bedrag van dat schoolgeld onderging daarbij geene andere wijziging dan dat hetzooals reeds boven werd medegedeeldten aanzien van de nieuwe school te Scheveningen voor de hoogste klassen te beginnen met diewaarin met het onderwijs in de Engelsche taal zal worden aangevangenbepaald is op f 26 ’s jaars. Bovendien is in die verordeningen thans de uitdrukkelijke be paling opgenomen, dat leerlingen, voor wie het schoolgeld niet is voldaan, tot de school niet worden toegelaten. Het school geld is niet meer gelijk tot dusver na afloop van elke drie maanden, maar op den eersten schooldag om de drie maanden verschuldigd. Volledigheidshalve wordt hier nog medegedeeld, dat door het plaatselijk comité te ’s Gravenhage voor de oprigting van gedenksteenen, ter herinnering aan den togt van Heemskekck en Baiïendsz naar Nova-Zemblabij de Plaatselijke School commissie ondersteund werd het door het Hoofdcomité geopperde denkbeeld, om ook de schoolkinderen in de gelegenheid te stellen tot dit nationale doel bij te dragen. De Commissie besloot zich van het uitoefenen van pressie ten dezebepaal delijk wat de armenscholen betreftte onthoudendoch hare subcommissiën uit te noodigen de aandacht der hoofdonder wijzers op de zaak te vestigen en zoo doende te trachten haar ook op de scholen te populariseren. Het gedrag en de geest der leerlingen gaven over het alge meen redenen van tevredenheid. Wel heeft meninzonderheid te Scheveningen, steeds te kampen met de weinige ontwikke ling, die de kinderen buiten de school verkrijgen en die, naar het getuigenis der hoofdonderwijzers, soms even bedroevend als verbazend is. Bevordering van den lust tot schoolgaan bij de leerlingen en het tegengaan bij de ouders van de betreurens- waardige neiging, waarvan boven reeds sprake was en die zich

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 223