I I I If II I I I I 18 I j De exploitatie van 11 Transport f 6,410 den stal aan de Achter-Raamstraat - 50 eenige kelders- 465 400 60 - 1,300 f 8,685 het Badhuis heeft in 1877 eene geheele wijziging ondergaan: gelijk reeds in het vorig Verslag met een enkel woord werd vermeld, heeft men tengevolge van de minder gunstige financiële uitkomsten van 1876 gemeend een anderen weg te moeten inslaan, waardoor de inkomsten voor de Ge meente minder afhankelijk zouden worden van ver schillende toevallige omstandigheden. De Raad heeft daarom, na verwerping van een voorstel tot verkoop van het Badhuis, in zijne vergadering van 6February 1877 besloten, om, met intrekking van het Raads besluit van 9 December 1873, over te gaan tot het verpachten van de table d’hóte, van de bediening der restauratievan de buffetten en van het terras volgens de daarvoor vast te stellen voorwaarden, zoodat het verhuren der kamers, de binnen- en buitenbaden, de kurzaal en leeszaal voor rekening der Gemeente bleven. De pacht werd voor den tijd van vijf jaren gegund aan den heer W. van Dormolen voor f 5000. In verband met deze veranderde regeling, werd het aantal leden der Commissie van bijstand in het beheer van het Badhuis van z e s op v i e r teruggebragtzoodat de Commissie, behalve uit den Voorzitter, den Wet houder Mr. J. P. Vaillant, bestaat uit de heeren: de Pinto Rasch van der Gon Netscher en Huijgens. de bovenwoning van den Schouwburg een der kelders de buffetten Totaal. k r i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 24