29.
missive van 22 Junij ter onzer kennis was gebragtmaakten
wij den laden dier maand eene nadere voordragt op, waarop
geplaatst werden de heeren Dr. M. Salvebda en R. A. W.
Sluijter, majoor der artillerie. Eerlang, den 23sten Julij
werd eerstgenoemde door den Raad benoemd. Onder dagteeke-
ning van 6 Augustus mogten wij van Burgemeester en Wet
houders het berigt ontvangen, dat Dr. Salveuda kennis had
gegeven de benoeming tot curator van het gymnasium aan te
nemen.
In het vorig verslag is opgeteekenddat kort na het tot stand
komen der wet van 28 April 1876 (Stadlsblad nn. 102) tot
regeling van het hooger onderwijscuratoren eenerzijds en
Burgemeester en Wethouders anderzijds van gedachten wisselden
over de vraag, welke maatregelen zouden moeten worden ge
nomen om het gymnasium aan de eischen dier wet te doen
beantwoorden. Curatoren waren toen met het dagelijkse!) bestuur
van gevoelen, dat het wenschelijk zoude zijn de reorganisatie,
door de wettelijke regeling voorgeschreven, zoodra mogelijk in
te voeren. Hiervan kon echter eerst sprake wezenwanneer de
maatregelen van inwendig bestuur, die uit de wet moesten
voortvloeijenen met name wanneer het leerplan, volgens art. 7
der wet bij zoodanigen maatregel vast te stellen, bekend zou
den zijn.
De met gespannen verwachting te gemoet geziene Koninklijke
besluiten verschenen in eenige nummers van het Staatsblad,
die den lOden Mei 11. werden uitgegeven. Voor zoover zij be
paaldelijk de gymnasia betreffen zijn het de volgende:
het Koninklijk besluit van 27 April 1877 (Staatsblad n°. 85),
houdende vaststelling van het in art. 7 der wet van 28 April
1876 (Staatsblad n”. 102) tot regeling van het hooger onderwijs
bedoelde leerplan voor de gymnasia;
dat van dezelfde dagteekening (Staatsblad n°. 86)houdende
vaststelling van het in art. 11 der aangehaalde wet bedoelde
eindexamen der gymnasia
2. Organieke verordening, reglementen, instruction, enz.