23 b. Stralen, pleinen, riolen en waterleidingen. 1°. Straten en pleinen. Reeds in het vorig Verslag schetsten wij de moeijelijk- heden, ondervonden bij het onderhoud der straten en pleinen tengevolge van gas- en waterbuizen en riool- leidingen; ook in het afgeloopen jaar deden zich die bezwaren gevoelendaar thans ook in het zuidelijk gedeelte der stad het buizennet der gasfabriek ver nieuwd is. Intusschen mag, door de goede zorgen aan de bestrating besteed, de toestand daarvan vol doende genoemd worden. Wat het gebruik van verschillende soorten van keijen aangaat, zoo leert de ondervinding van vele jaren, dat er moeijelijk eene keijensoort te vinden is, die in bruikbaarheid de Quenast-keï evenaardt; alleen het gebrek dat zij op den duur glad wordt maakt haar niet overal aanbevelingswaardig. De prijs, dit jaar weder tot het normale cijfer gedaald zijnde, gaf alzoo gereede aanleiding om weder van deze soort gebruik te maken. De Ren-A/rin-keijen, waarmede in 1876 proeven genomen waren, voldeden zoo goed, dat deze proef in 1877 werd herhaald. De resultaten waren zeer gunstig, zoodat wij ons vleijen daarin een zeer bruikbare keijensoort voor het plaveijen onzer straten gevonden te hebben. FauconvaZ-keijenhoe uitmuntend ook, kunnen om den hoogen prijs niet anders dan voor hoofdstraten in aanmerking komen, terwijl de OurZ/sc-keijen èn om haar minderen zamen- hang onderling èn om het spoedig glad worden niet meer gebezigd worden, dan waar zij voor aansluiting aan bestaande vakken en voor onderhoud noodig wor den geacht. Het uitbreiden der stad tengevolge van den aanleg

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 29