29. in het belang van ouders en voogden in het officieel orgaan der gemeente bekend, dat voorloopig en tot nadere aankondiging de bestaande verordeningen betrekkelijk het gymnasium onge wijzigd van kracht zouden blijven. (Dagblad van Zuidholland en ’s Graven hage van 13 Junij 1877.) De verzekering zal wel overbodig zijn, dat onze aandacht onafgebroken op de zaak gevestigd blijft. 3. Schoolgebouw. I. In het algemeen verslag nopens het verhandelde in de Afdeelingen van den Gemeenteraad bij het onderzoek der be groeting voor 1877, werd in eene afdeeling, met het oog op het gering aantal leerlingen gevraagd of het gebouw niet te groot is en of het nietingeval muziek- en teekenacademie gescheiden moet worden, geschikt zoude zijn om de muziek school weder op te nemen. Burgemeester en Wethouders gaven hierop ten antwoord, dat naar hun oordeel de vraag, of het gebouw de vatbaarheid zal hebben om de muziekschool weder op te nemen eerst dan ter sprake kan worden gebragt, wanneer de scheiding van muziek school en teekenacademie een voldongen feit zal zijn. Bij de mondelinge behandeling der begroeting werd dit onder werp niet verder besproken. Intusschen werd het gebouw den 15den November door de Commissie van fabricage, vergezeld van den heer Nicolaï, directeur der Koninklijke muziekschool en den gemeente-architect opgenomen en den 2den December nogmaals door den directeur bezocht, ditmaal bijgestaan door den heer de Stuers, referen daris aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Sedert hebben Curatoren niets meer van de zaak vernomen. Alleen is hun gebleken, dat de gelden, op de begrooting voor het loopende dienstjaar uitgetrokken onder de rubriek van art. 121'1: r onderhoud der gebouwen, meubelenenz.” tot dusver niet zijn besteed onder anderen voor zoover betreft het maken eener nieuwe waterleiding en van eene zuurkast in het chemisch laboratorium.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 300