29. Wij bevinden ons derhalve met betrekking tot het gebouw in een toestand van onzekerheid. I. Het personeel der leeraren onderging geene verandering. De heer Schwippeet was in den afgeloopen cursus wederom herhaaldelijk wegens redenen van gezondheid verhinderd zijne lessen geregeld waar te nemen. II. In afwachting dat bij de aanstaande reorganisatie van het gymnasium de werkkring van den concierge-amanuensis nader worde geregeld en in aanmerking genomendat diens bijstand bij toeneming bij de natuur- en scheikundige lessen vereischt wordt, werd tot het dagelijksch bestuur het verzoek gerigt om den knecht, tot dusver van 1 tot 8 uur tot het ver- rigten van kleine werkzaamheden in het gebouw aanwezig, te beginnen met January van dit jaar ook in de morgenuren van 9 tot 12 ter beschikking van het gymnasium te stellen. Dit verzoek werd bereidwillig toegestaan. III. Ter aanvulling van onze vroegere verslagen en in aan sluiting aan hetgeen dienaangaande voorkomt in het verslag over den cursus 1869/70, zij vermeld, dat de taak door de Commissie voor godsdienstig onderwijs van den kerkeraad der Hervormde gemeente alhier, vroeger opgedragen aan Dr. G. H. Lamees, om namelijk met goedvinden der betrokken autori teiten aan de leerlingen van het gymnasiumwier ouders of voogden daartoe het verlangen kenbaar makenonderwijs te geven in godsdienstleer en godsdienstgeschiedenis, na het ver- II. In November rigtte een der leerarende heer Jaegee tot ons het verzoek om aan de leerlingen der hoogste klasse van de school van mejufvrouw Holweeda nu en dan des Zaturdags in het locaal van het gymnasiumna afloop van alle lessen aldaar, eehige natuurkundige proeven te mogen vertoonen. Het verzoek werd ingewilligd, nadat wij ons verzekerd hadden dat daartegen ook bij den Burgemeester geene bedenking bestond. 4. Personeel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 301